Het varende Chinese restaurant, de Berenboot en de Pannekoekenboot in de Parkhaven en de Euromast aan de Parklaan krijgen buren. Ze worden bijeen gebracht in 640 woningen ter linker- en rechterzijde van de hoge icoon en op de hoek van de Parklaan en het Drooglever Fortuynplein komt zelfs een toren van zeventig meter hoog. Veel te massief, vond oppositiepartij Leefbaar Rotterdam en stemde daarom tegen. Maar het hielp weinig. De coalitie sloot zoals was te verwachten de rijen en GroenLinks slikte de hoon.
Ruud van der Velden, de fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, was de grootste opposant. Hij sprak uit naam van 6000 protesthandtekeningen, die voornamelijk door de bewoners van de Müllerpier bijeen waren gebracht. Als Van der Velden onbeperkte spreektijd zou hebben gehad, was hij waarschijnlijk nog steeds aan het woord, zó erg ergerde hij zich aan het besluit.
Onbegrijpelijk vond hij deze bouwkeuze aan de rand van het grote stadspark. Al die bomen die gekapt moesten worden: hoe haalde GroenLinks het ‘’in z’n harsens’’ om hiermee in te stemmen. En dat beetje schaamgroen dat er aan de kade langs het water voor terugkwam, lapte hij aan zijn laars. Eerst zien, dan geloven.
Ook Wim Pijbes, de schatkistbewaarder van de rijke Rotterdamse familie Van der Vorm, kreeg van hem nog een draai om z’n oren. De Stichting Droom en Daad scheen gezegd te hebben dat hij die woningen helemaal geen aantasting vond van het Park. Die man doet alsof het Park van hem is, maar dat park is van u en van alle Rotterdammers. Van der Velden zei het op een manier, zo van: ’waar bemoeit zo’n man zich mee?’’
Maar bouwwethouder Kurvers was blij met het besluit. Hij wil bouwen. Bovendien zei ook steeds vaker mensen tegen te komen, die tegen hem zeggen: ‘’je moet opschieten.’’ Nee, het wordt daar, bijna op de mooiste plek van Rotterdam, geen sociale woningbouw. ‘’Maar we mogen ook best woningen bouwen voor de mensen die nu in de randgemeenten wonen en graag terug willen. Voor die mensen is er nu bijna niks’’, repliceerde VVD-raadslid Lansink toen het aanhoudende gedram over het gebrek aan sociale voorraad hem de keel ging uithangen. ‘’Een balans, dames en heren’’, hoorde men hem denken.